Speekselklieren
De mens heeft twee onderkaakspeekselklieren (glandulae submandibularis), die samen met twee oorspeekselklieren (glandulae parotis) en twee ondertongspeekselklieren (glandulae sublingualis), de zes grote speekselklieren vormen. Daarnaast bevinden zich nog talloze kleine speekselkliertjes vlak onder het slijmvlies van de mond- en keelholte. Al deze speekselklieren samen zorgen voor de dagelijkse speekselproductie en het vochtig houden van de slijmvliezen van mond- en keelholte.
OntstekingIn de klier of in de afvoerbuis naar de mond kunnen stenen voorkomen die de speekselafvoer belemmeren. Wanneer deze speekselstenen vast blijven zitten, kan een chronische ontsteking van de speekselklier ontstaan.
Goedaardig gezwelEen gezwel in de onderkaakspeekselklier kan worden opgemerkt doordat een zwelling onder een kaakrand ontstaat. Over het algemeen geeft dit eerder beperkte pijnklachten maar eerder druk.
Kwaadaardig gezwelUit de klachten valt niet steeds op te maken of het gezwel goed- of kwaadaardig is, zodat steeds bijkomend uitvoerig onderzoek noodazkelijk zal zijn. Uw nko-arts zal de nodige noodzakelijke onderzoeken hiervoor uitvoeren en zeker de mogelijke gevolgen bij een eventuele kwaadaardigheid met u bespreken.
Technische onderzoekenDe aard van de aandoening kan aldus meestal aan de hand van gerichte vragen en het lichamelijk onderzoek worden vastgesteld. Meestal is het ook nodig een echografie van de speekselklier te maken en aanvullend een CT- en/of MRI-scan. Wanneer het vermoeden van een gezwel, cyste of tumor bestaat, worden meestal, door een prik met een dun naaldje, cellen gezogen uit de zwelling voor verder onderzoek (fijne naald biopsie).
Uitgebreide informatie over speekselklieren is steeds te verkrijgen via onze artsen.